Minder is meer: het ademhalingsparadox

We leven in een wereld waar we vaak denken dat meer beter is. Voor veel mensen is dit beeld zeker de waarheid als het om ademhaling gaat. Hoe zou dit immers kwaad kunnen doen? Je hebt zuurstof nodig om te leven toch? En toch is het niet waar….

Het klinkt heel raar om tegen iemand te zeggen die benauwd is, en het gevoel heeft geen lucht te kunnen krijgen (misschien zelfs ademstops heeft en een gedaald zuurstofgehalte in het bloed) dat hij of zij teveel ademt!

En toch is het zo en dat is het grote ademhalingsparadox! Uiteraard neem ik je graag mee in hoe dit werkt.

In de basis is ademhaling een eenvoudig proces. We ademen om zuurstof binnen te krijgen, maar ook om een teveel aan CO2 uit te ademen.

CO2 is een product van onze lichaamscellen wat ontstaat bij het produceren van energie. Een visie die rond gaat is dat het slechts een afvalproduct is, waar we zoveel mogelijk vanaf moeten. Alleen heeft CO2 veel belangrijke functies in het lichaam. Daarover straks meer.

Hoe reguleert je lichaam dan het ademhalingsproces? Je hoeft er immers niet over na te denken. Wat de meeste mensen denken is dat de ademhaling gereguleerd wordt door een behoefte aan zuurstof. Ook dit is een verkeerde veronderstelling.

Onder normale omstandigheden is de zuurstofsaturatie in je bloed al volledig. Je kunt wel meer zuurstof inademen, alleen is de de volledige zuurstofcapaciteit van je lichaam al benut. Er kan niet meer bij!

Wat reguleert de ademhaling dan wel?

Je ademhaling wordt met name gereguleerd door je gevoeligheid voor CO2. Hoe gevoeliger je daarvoor bent des te vaker je zult ademen. En dat is waar problemen ontstaan. Je vraagt je wellicht af hoe dan?

Zoals ik net al vertelde, leidt meer ademen niet tot meer zuurstof in je lichaam. Je lichaam heeft een bepaalde capaciteit voor het transport van zuurstof en die is al volledig benut (onder normale omstandigheden).

Wat er wel gebeurd is dat je veel CO2 zult uitademen. En zoals eerder aangegeven heeft CO2 verschillende functies in het lichaam. Daalt het CO2 teveel kan het lichaam bepaalde functies niet meer goed uitvoeren.

Van de functies van CO2 wil ik mij voor nu beperken tot twee: namelijk broncho- en vasodilatie en het Bohr-effect.

Wanneer we hebben over broncho- en vasodilatie hebben we over het open zetten van de luchtwegen en bloedbaan. CO2 zorgt er namelijk voor dat je luchtwegen en aderen goed open blijven staan, zodat zij goed kunnen functioneren. Wanneer het CO2-gehalte daalt, zullen aderen en luchtwegen zich vernauwen. En zo ontstaat bijvoorbeeld een benauwd gevoel.

Het Bohr-effect is het fenomeen dat CO2 nodig is het zuurstoftransport van de rode bloedcellen naar de lichaamscellen (zuurstof in je bloed is leuk, maar daar doet het niets. Het moet naar de lichaamscellen om iets te doen). Wanneer het CO2-gehalte laag is, kan zuurstof zich niet los maken van de rode bloedcel en komt het dus nooit bij een lichaamscel terecht.

Het paradoxale van de ademhaling is dus wanneer we meer ademen dan dat nodig is, we er uiteindelijk voor zorgen dat minder zuurstof onze lichaamscellen bereiken. En dat je nog benauwd kan worden ook!

Gelukkig is je gevoeligheid voor CO2 iets dat trainbaar is. Met de juiste oefeningen kan je minder gevoelig worden voor CO2, waardoor een rustigere ademhaling ontstaat. Je CO2 balans herstelt zich, waardoor het lichaam weer kan functioneren zoals het hoort.